.

donderdag 28 juni 2018


HET GETAL: HOOFDSTUK 5



Hij staarde naar het papyrusrol, die voor hem op zijn lessenaar lag. Deze lessenaar bestond uit een ruwe houten plank, gesteund door grove keien. Hij kon zijn lange knokige benen, er amper onderdoor krijgen.

Twee jaar geleden had zijn moeder hem naar deze plek gebracht, om hem vervolgens te verlaten. Waar hij was, was hem nog steeds niet duidelijk; zijn taak des te duidelijker. Hij kreeg hier een intensieve opleiding tot schrijver-kopiist. Vanaf de eerste dag bracht hij uren door in een scriptorium om te leren schrijven en lezen. Er ging een wereld voor hem open. Ondanks de ongemakkelijke houding, die hij uren vol moest houden, raakte hij gefascineerd door de magie van het schrijven. Het deed hem dan ook weinig, als hij door senioren rond werd gecommandeerd en 's morgens bij het eerste daglicht, de patio's en gangen moest vegen en dweilen. De weinige tijd, die hem overbleef, gebruikte hij om oude manuscripten in het scriptorium te bestuderen. Oude en bekende verhalen en mythen ontcijferde hij in het schemerlicht en hij raakte verloren in de historische verslagen en verdragen tussen naties, die hem volstrekt onbekend waren. Misschien al eeuwen opgelost in de geschiedenis.

Au,”, schreeuwde hij geschrokken. “Au.” Iemand had hem bij zijn haar gegrepen en schudde zijn hoofd door elkaar. Even snel als de hand hem had vastgegrepen, liet deze hem weer los. Hij wist, wie nu achter hem stond. Het was de leraar en instructeur, die de supervisie had op het twaalftal jongemannen, die in de ruimte aan het werk waren. Een oudere, gedrongen man, die blijkbaar in zijn leven een oog was kwijtgeraakt, liep tussen de studenten door. Deze beul, die nooit sprak bracht hen met schoppen en klappen, de discipline, die een scribent nodig had, bezat voor hen geen naam. Dat was ook niet nodig. Tegenspraak werd niet geaccepteerd. Al op de eerste dag was hem duidelijk gemaakt, dat hij nu het bezit was van de Orde. Mocht hij niet voldoen aan de verwachtingen, dan zou hij als slaaf worden doorverkocht. Dit was waarschuwing genoeg. In het dorp deden genoeg verhalen de ronde over het afschuwelijke lot van sommige slaven. Pas veel later zou tot hem doordringen, dat hij door zijn ouders aan deze Orde was verkocht. Hoeveel zou hij opgebracht hebben? Genoeg om zijn vader te rehabiliteren? De komende oorlogen en volksverhuizingen zouden hem het zicht hierop ontnemen. Maar dat was nu niet aan de orde. Hij was blij met zijn komst. Weg uit dat geïsoleerde dorp. Hoewel, het was hem niet toegestaan om buiten het pand van de Orde te komen. De stad was verboden terrein en er stonden zware straffen op overtreding van die regel. Maar in tegenstelling tot zijn geboortedorp bevond een afspiegeling van de wereld zich in dit gebouw. Manuscripten, boekrollen, kaarten en kleitabletten waren overal aanwezig en er was altijd wel een lid van de Orde of zelfs een bezoeker uit verre oorden, die in het openbaar verhalen vertelde en uitbeeldde. Achteraf weggekropen luisterde hij ingespannen, tot hij werd ontdekt en in de keuken aan het werk werd gezet.

Opgeschrikt richtte hij zijn aandacht weer op de tekst die hij moest koperen. Hij had zo langzamerhand begrepen, dat behalve een bibliotheek en ontmoetingscentrum, het kolossale pand ook een schrijffabriek was. Van heinde en verre kwamen er opdrachten om geschriften of gedeelten daarvan over te schrijven. Zelfs korte zinsneden of een enkele pagina werden door kooplui aan geïnteresseerden verkocht. De toestand in de wereld riep een grote behoeften aan oude, gerespecteerde en inspirerende teksten. Pas later vernam hij, dat zelfs afgekeurde manuscripten in stukken werden gesneden en als amulet aan gelovigen werden verkocht. De Orde was rijk en machtig. De vraag was echter of ze opgewassen zou zijn tegen de nieuwe machthebbers in de regio, wier legioenen elke tegenstand vernietigden. Toch waren steeds weer opstanden en rellen. Een aankondiging van de barre tijden, die zouden komen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten