.

dinsdag 27 maart 2018

DE GESCHIEDENIS VAN HARLINGEN
DE 18e en 19e EEUW
Harlingen, dat nu ook in het bezit is van Almenum (gekocht van Philips II), heeft geen geld om de havens te onderhouden. Na lang aandringen en middels een renteloos voorschot wordt de Zuiderhaven uitgebaggerd in 1782. Ook worden de sluizen vernieuwd. De arbeiders, vaak van buiten Harlingen, hebben lange en zware werkdagen en verdienen 1 gulden per dag. Het is dan ook niet vreemd, dat ze twee maal in staking gaan. Het resultaat ...is een verhoging van het dagloon met twee stuivers per dag. Voor handel en nijverheid braken er in de 19e eeuw slappe tijden aan. De buitenlandse handel vanuit Harlingen verminderde, wat bleef was de handel op Holland (Amsterdam) en de eilanden. Nijverheid zoals weverijen en papiermakerijen moesten sluiten. Het aantal inwoners daalde gestaag. Voor de 17e eeuw worden getallen als 18.000 genoemd; dit aantal daalde gestaag naar 7000.
De belastingen worden echter niet aangepast en in 1748 breekt er in Harlingen een oproer uit.
Itsma, burgemeester en van Issinga, gemeentesecretaris, worden gedwongen naar Leeuwarden af te reizen om bij het Provinciaal Bestuur, afschaffing van bepaalde belastingen te bepleiten.
Dit lukte en opgetogen reisde de Harlinger delegatie naar huis. In Franeker werden ze opgewacht en naar de “Bogt van Guine”, het oude Sjaardemahuis. Waar eens Hendrik van Saksen woonde en in latere jaren ook de Franse filosoof Rene Descartes. Hij was Frankrijk ontvlucht en zocht rust en veiligheid in de Nederlanden.
Franeker was hem wat te rustig en hij vertrok na een aantal maanden naar Holland.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten