De
dolfijn is het enige zeezoogdier, dat gereedschap gebruikt.
Australische dolfijnen draperen een spons om hun neus, om dit
kwetsbare orgaan te beschermen. Omdat de dolfijn geen spons-gen
bezit, moeten deze zeezoogdieren elkaar deze vaardigheid leren door
“slimmeriken” te imiteren. Nu is dit gebruik van sponzen beperkt
tot de Australische wateren, maar wellicht dat het plotseling
wereldwijd wordt toegepast. Iets dergelijks gebeurde bij een groep
Japanse apen. Deze leefden aan de kust en voedden zich met mosselen,
die op voederplaatsen werden aangeboden. Het viel op, dat een kleine
groep apen, de mosselen in het zeewater waste om vuil en zand te
verwijderen. Het merendeel van de groep deed dit niet. Na een aantal
maanden gebeurde een mirakel. Vrijwel alle apen, vrijwel
gelijktijdig, wasten hun maal voor consumptie. Dit gebeurde
wonderbaarlijk genoeg niet alleen in de geobserveerde groep, maar bij
al hun soortgenoten op de Japanse eiland en zelfs de Chinese kust.
PIERRE EN MARIE CURIE
Marja
Sklodowska (1867-1934) vertrok van uit haar geboorteland Polen naar
Parijs om daar wis- en natuurkunde te gaan studeren. Daar trouwde ze
met Pierre Curie, directeur van het Radiuminstituut en ging verder
als Marie Curie door het leven. Na jaren van onderzoek ontdekten ze
de radio-actieve straling van mineralen en metalen. In 1903 kreeg het
echtpaar Curie, samen met Henri Bequerel, de Nobelprijs voor
natuurkunde. In 1911 kreeg ze, samen met Bequerel, opnieuw de
Nobelprijs. Dit maal voor de bereiding van zuiver radium en de
ontdekking van polonium (!). Marie Curie was de eerste vrouw, die een
Nobelprijs kreeg en de enige, die er tweemaal een won. Marie en
Pierre zijn 11 jaar getrouwd geweest, toen Pierre bij een
auto-ongeluk in Parijs om het leven kwam. Marie Curie overleed in
1934 aan leukemie. Hoogstwaarschijnlijk opgelopen door de jaren
gevuld met experimenten met levensgevaarlijke radio-actief materiaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten