De namen van de dagen van de week, zoals wij die gebruiken, verwijzen naar Germaanse en Romeinse goden en oerkrachten.
De zon en de maan hebben hun oorsprong in de Romeinse aanbidding van de zon en de maan. Dinsdag verwijst naar de Germaanse oorlogsgod Tyr (Tiu). Woensdag is vernoemd naar de Germaanse oppergod Wodan, net als donderdag, waarin de naam van Donar (de dondergod) doorklinkt. Vrijdag is de dag van Freya, de Germaanse godin van liefde en wellust. Zaterdag tenslotte was de dag van Saturnus, de Romeinse god van de landbouw en de vruchtbaarheid.
Door op de onderscheiden dagen extra aandacht aan de naamgever te schenken, hoopten de Romeinen en de Germanen onheil te voorkomen en voorspoed aan te roepen. De Christelijke kerk heeft deze heidense namen, net als veel andere zaken, zonder problemen over genomen.
Freya
In de beeldende kunst wordt de sleutel gebruikt als symbool van goddelijke macht. Zowel heidense goden als kerkheiligen beeldde men af als sleutelhouder.
Op een mozaïek te Ravenna in het mausoleum van Galla Placida, dat uit 480 dateert, zien we de apostel Petrus als sleutelbewaarder van de hemel afgebeeld. Petrus had de macht om de poort naar de Hemel te openen of te sluiten. Openen van de hemelpoort en toegang tot de Hemel, stonden synoniem voor de vergeving van alle zonden.
Peter Paul Rubens
Geen opmerkingen:
Een reactie posten