DE
GESCHIEDENIS VAN HARLINGEN
Rond
het jaar 800 was de strijd om het bezit van Friesland in het voordeel
van de Franken beslecht en was uiteindelijk Karel de Grote de
soevereine vorst over de 7 Frieslanden. Hij was het ook, die Gustav
Forteman, de opdracht gaf om de heilige bomen van Almenum te kappen
en er een kerk van te bouwen. Hij stelde de Friezen niet voor
militaire verplichtingen, zodat ze hun handen vrij hadden in de
strijd tegen de Noormannen. Friezen waren beruchte vechtersbazen en
werden, mede door hun ruiterij, op het slagveld gevreesd. De
geschriften van Tacitus en Julius Caesar getuigen hiervan. Romeinse
keizers hadden een voorliefde voor lijfwachten uit onze contreien.
In
799 kwam Rome in opstand tegen de Paus. Hem werden de ogen
uitgestoken en hij werd, met zijn gevolg, de stad uitgezet.
Uit
wanhoop trok de Paus naar het hof van Charlemagne en vroeg hem op
hulp. De toekomstige keizer riep de Friezen, onder leiding van Magnus
Fortema te hulp. Een teruggevonden vaandel van Friso, wakkerde het
enthousiasme aan en Magnus trok met een kleine legermacht spoorslag
naar Rome. Het lukte de Friezen om de opstandige Romeinen te
verslaan.
Toen
de strijd gestreden was, werden de Friezen door de Paus en Karel de
Grote uitbundig geprezen, maar zij weigerden de poorten te openen,
niet voordat zij een acte opstelden en tekenden, waarin werd bepaald
dat de Friezen slechts onderworpen aan Karel de Grote en geen
wereldlijke heren boven zich hoefden te dulden. Dit document werd
later regelmatig aangehaald om de “Friese vrijheid” te
ondersteunen.
Als
dank kroonde de Paus Karel tot Keizer (Kerstmis 800). Hier waren
Friezen bij aanwezig en in Rome groeide een Friese wijk en werd een
kerk der Friezen gebouwd. Deze kerk is aan Michael en de Heilige
Magnus gewijd. Die laatste is niet de Friese Magnus, maar een
martelaar uit het begin van de christelijke kerk. Wel verkreeg
Herilo, wederom een Friese held, een vingerkootje van de heilige als
relikwie.
Deze
werd in de Michaelkerk op Almenum geplaatst, net als het rode vaandel
van Friso, de wapenrusting van Magnus en de “Akte van Vrijheid”,
door Keizer Karel verleend.
Deze
voorwerpen zijn, in de loop van de geschiedenis verloren gegaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten