GESCHIEDENIS VAN HARLINGEN
DE OPSTAND TEGEN DE SPANJAARDEN
In het begin van de 16e eeuw, namen de 7 Frieslanden deel aan de opstand van de Nederlanden (de 7 provinciƫn) tegen het gezag dat koning Philips in de Lage Landen uitoefende. Het tastte niet alleen de economie aan (Philips hield uitverkoop), maar ook het belijden van het Protestantse geloof.
Deze oorlog zou 80-jaar duren, een historische anomalie, alleen Frankrijk en Engeland vochten langer (100 jaar).
In 1648 werd de... Vrede van Munster gesloten, waarvan de onafhankelijkheid van de Nederlanden.
Friezen woonden in alle opstandige kustprovincies en zullen hun steentje hebben bijgedragen aan deze, uitputtende, oorlog.
Bijvoorbeeld, door het feit, dat Friezen, en in mindere mate de Hollanders, waren uitmuntende schaatsers. Een kunst, die de Spanjaarden niet verstonden. Juist deze 80 jaren, vielen in een zogenaamde “kleine ijstijd”; de strenge winters zijn op menig schilderij uit de Gouden Eeuw afgebeeld. Minder bekend is de rol van de “Friese doorlopers” en hun bijdrage aan de overwinning.
Harlingen heeft een ambivalente rol gespeeld. Hier zijn Protestantse edelen uit Holland opgehangen en regeerde vanuit het (tweede) Blokhuis een Spaans garnizoen. Gelegen op een eiland, de wallen met kanonnen bewapend, beheerste deze dwangburcht (vgl. Vredenburgh in hartje Utrecht) de stad. Door list en een forse dosis geluk lukt het de Staatsen het Blokhuis te bezetten. Niet lang daarna verhuisde de Admiraliteit van Dokkum naar Harlingen en vestigde daar een scheepswerf en gebruikten pakhuizen en andere gebouwen om of in de burcht (bv. De gevangenis).
Soms werden er in korte tijd grote aantallen schepen gebouwd om bij te dragen aan de oorlogsvloot of ter beschermen van de Hollandse koopvaardij-schepen op weg naar Indiƫ.
Harlingen werd door de Admiraliteit een semi-onafhankelijke vrijstaat. Bewoond door afstammelingen van Friezen, Vikingen, Eilanders, Doopsgezinden uit Antwerpen en Hugenoten uit Frankrijk en een enkele verdwaalde zeeman. Allen in zekere mate een vluchteling of ontheemde.
Ten slotte een anekdote: Een man wordt in Amsterdam aangesproken, met de vraag of hij soms uit Friesland komt?
Het antwoord: Nee, ik kom ut Harlingen!
DE OPSTAND TEGEN DE SPANJAARDEN
In het begin van de 16e eeuw, namen de 7 Frieslanden deel aan de opstand van de Nederlanden (de 7 provinciƫn) tegen het gezag dat koning Philips in de Lage Landen uitoefende. Het tastte niet alleen de economie aan (Philips hield uitverkoop), maar ook het belijden van het Protestantse geloof.
Deze oorlog zou 80-jaar duren, een historische anomalie, alleen Frankrijk en Engeland vochten langer (100 jaar).
In 1648 werd de... Vrede van Munster gesloten, waarvan de onafhankelijkheid van de Nederlanden.
Friezen woonden in alle opstandige kustprovincies en zullen hun steentje hebben bijgedragen aan deze, uitputtende, oorlog.
Bijvoorbeeld, door het feit, dat Friezen, en in mindere mate de Hollanders, waren uitmuntende schaatsers. Een kunst, die de Spanjaarden niet verstonden. Juist deze 80 jaren, vielen in een zogenaamde “kleine ijstijd”; de strenge winters zijn op menig schilderij uit de Gouden Eeuw afgebeeld. Minder bekend is de rol van de “Friese doorlopers” en hun bijdrage aan de overwinning.
Harlingen heeft een ambivalente rol gespeeld. Hier zijn Protestantse edelen uit Holland opgehangen en regeerde vanuit het (tweede) Blokhuis een Spaans garnizoen. Gelegen op een eiland, de wallen met kanonnen bewapend, beheerste deze dwangburcht (vgl. Vredenburgh in hartje Utrecht) de stad. Door list en een forse dosis geluk lukt het de Staatsen het Blokhuis te bezetten. Niet lang daarna verhuisde de Admiraliteit van Dokkum naar Harlingen en vestigde daar een scheepswerf en gebruikten pakhuizen en andere gebouwen om of in de burcht (bv. De gevangenis).
Soms werden er in korte tijd grote aantallen schepen gebouwd om bij te dragen aan de oorlogsvloot of ter beschermen van de Hollandse koopvaardij-schepen op weg naar Indiƫ.
Harlingen werd door de Admiraliteit een semi-onafhankelijke vrijstaat. Bewoond door afstammelingen van Friezen, Vikingen, Eilanders, Doopsgezinden uit Antwerpen en Hugenoten uit Frankrijk en een enkele verdwaalde zeeman. Allen in zekere mate een vluchteling of ontheemde.
Ten slotte een anekdote: Een man wordt in Amsterdam aangesproken, met de vraag of hij soms uit Friesland komt?
Het antwoord: Nee, ik kom ut Harlingen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten