.

woensdag 5 oktober 2011

HOEZO “ZELFVERMINKING”



25.000 jaar geleden was het grootste gedeelte van Noord-Europa bedekt met sneeuw en ijs. Machtige gletsjers reikten tot in Nederland. De hunebedden en gebieden als de Holterberg en Montferland herinneren nog aan hun aanwezigheid. Menselijke bewoning was er wel in Frankrijk waar kleine groepen zich in grotten in leven hielden. Hun werktuigen waren van steen, hout of been en wat belangrijk was ze beheersten het maken van vuur. Antropologen zouden deze groepen jager-verzamelaars noemen.

Ondanks een bar survival-bestaan produceerden ze magnifieke kunstwerken. Rotswanden in de grotten werden versierd met afbeeldingen van wilde paarden, oerossen, mammoeten en herten.

Historici verklaarden deze schilderingen als onderdeel van jachtrituelen. Men smeekte op een bepaalde manier een goede jacht af. Veel van de afgebeelde prooidieren zijn al met speren doorboord.

Behalve deze jachttraferelen zijn ook veel handen afgebeeld. Men blies rode oker tegen een hand, die op de rotswand werd gehouden. Veel van deze handen tonen verminkingen. Antropologen stelden, dat deze amputaties bewust zijn aangebracht, als onderdeel van de ceremonie.

Deze verklaring heeft me altijd tegen gestaan. Ik kon me niet goed voorstellen, dat deze mensen, die van de jacht afhankelijk waren, zichzelf op die manier zouden verminken. Het zou hun effectiviteit als jager beperken

Gelukkig, zelfverminking blijft een bizarre gewoonte, las ik onlangs een andere verklaring. Het zou niet gaan om zelfverminking, maar om jachttekens. Gebaren, die jagers afspreken om in stilte te communiceren. De handen hebben wel degelijk een betekenis, ook al zullen we wel nooit de werkelijke betekenis doorgronden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten