HET
GETAL: HOOFDSTUK 5
Hij
staarde naar het papyrusrol, die voor hem op zijn lessenaar lag. Deze
lessenaar bestond uit een ruwe houten plank, gesteund door grove
keien. Hij kon zijn lange knokige benen, er amper onderdoor krijgen.
Twee
jaar geleden had zijn moeder hem naar deze plek gebracht, om hem
vervolgens te verlaten. Waar hij was, was hem nog steeds niet
duidelijk; zijn taak des te duidelijker. Hij kreeg hier een
intensieve opleiding tot schrijver-kopiist. Vanaf de eerste dag
bracht hij uren door in een scriptorium om te leren schrijven en
lezen. Er ging een wereld voor hem open. Ondanks de ongemakkelijke
houding, die hij uren vol moest houden, raakte hij gefascineerd door
de magie van het schrijven. Het deed hem dan ook weinig, als hij door
senioren rond werd gecommandeerd en 's morgens bij het eerste
daglicht, de patio's en gangen moest vegen en dweilen. De weinige
tijd, die hem overbleef, gebruikte hij om oude manuscripten in het
scriptorium te bestuderen. Oude en bekende verhalen en mythen
ontcijferde hij in het schemerlicht en hij raakte verloren in de
historische verslagen en verdragen tussen naties, die hem volstrekt
onbekend waren. Misschien al eeuwen opgelost in de geschiedenis.
“Au,”,
schreeuwde hij geschrokken. “Au.” Iemand had hem bij zijn haar
gegrepen en schudde zijn hoofd door elkaar. Even snel als de hand hem
had vastgegrepen, liet deze hem weer los. Hij wist, wie nu achter hem
stond. Het was de leraar en instructeur, die de supervisie had op het
twaalftal jongemannen, die in de ruimte aan het werk waren. Een
oudere, gedrongen man, die blijkbaar in zijn leven een oog was
kwijtgeraakt, liep tussen de studenten door. Deze beul, die nooit
sprak bracht hen met schoppen en klappen, de discipline, die een
scribent nodig had, bezat voor hen geen naam. Dat was ook niet nodig.
Tegenspraak werd niet geaccepteerd. Al op de eerste dag was hem
duidelijk gemaakt, dat hij nu het bezit was van de Orde. Mocht hij
niet voldoen aan de verwachtingen, dan zou hij als slaaf worden
doorverkocht. Dit was waarschuwing genoeg. In het dorp deden genoeg
verhalen de ronde over het afschuwelijke lot van sommige slaven. Pas
veel later zou tot hem doordringen, dat hij door zijn ouders aan deze
Orde was verkocht. Hoeveel zou hij opgebracht hebben? Genoeg om zijn
vader te rehabiliteren? De komende oorlogen en volksverhuizingen
zouden hem het zicht hierop ontnemen. Maar dat was nu niet aan de
orde. Hij was blij met zijn komst. Weg uit dat geïsoleerde dorp.
Hoewel, het was hem niet toegestaan om buiten het pand van de Orde te
komen. De stad was verboden terrein en er stonden zware straffen op
overtreding van die regel. Maar in tegenstelling tot zijn
geboortedorp bevond een afspiegeling van de wereld zich in dit
gebouw. Manuscripten, boekrollen, kaarten en kleitabletten waren
overal aanwezig en er was altijd wel een lid van de Orde of zelfs een
bezoeker uit verre oorden, die in het openbaar verhalen vertelde en
uitbeeldde. Achteraf weggekropen luisterde hij ingespannen, tot hij
werd ontdekt en in de keuken aan het werk werd gezet.
Opgeschrikt
richtte hij zijn aandacht weer op de tekst die hij moest koperen. Hij
had zo langzamerhand begrepen, dat behalve een bibliotheek en
ontmoetingscentrum, het kolossale pand ook een schrijffabriek was.
Van heinde en verre kwamen er opdrachten om geschriften of gedeelten
daarvan over te schrijven. Zelfs korte zinsneden of een enkele pagina
werden door kooplui aan geïnteresseerden verkocht. De toestand in de
wereld riep een grote behoeften aan oude, gerespecteerde en
inspirerende teksten. Pas later vernam hij, dat zelfs afgekeurde
manuscripten in stukken werden gesneden en als amulet aan gelovigen
werden verkocht. De Orde was rijk en machtig. De vraag was echter of
ze opgewassen zou zijn tegen de nieuwe machthebbers in de regio, wier
legioenen elke tegenstand vernietigden. Toch waren steeds weer
opstanden en rellen. Een aankondiging van de barre tijden, die zouden
komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten