Noormannen,
Friezen en Harlingen
In
het jaar 793 overvallen de Noormannen (Vikingen) het klooster van
Lindisfearne in het noorden van Engeland. Dit is het begin van een
periode van bijna drie eeuwen, waarin Europa door deze avonturiers
uit Noorwegen en Denemarken wordt geplunderd en geteisterd. Deze
gevreesde krijgers en kundige zeelui drongen door tot bij Parijs,
Kiev en de Zwarte Zee. Op de vloer van de Aya Sophia in Istanbul
prijkt nog steeds Viking-graffiti: Gaslan was hier.
Noord-West
Europa en met name Engeland waren een geliefd doelwit van
plundertochten, waarbij de Noormannen tot ver in het binnenland
doordrongen. Ook Friesland, dat toen van Denemarken tot aan het Zwin
reikte, had onder deze invallen te lijden. De Vikingen richtten zich
eerst op de talrijke kloosters, met hun kostbaarheden. Er ontstond
een levendige handel in katholieke relikwieƫn. Maar daar bleef het
niet bij. Dorpen en steden werden veroverd en platgebrand. Alles van
waarde, dus ook vee en slaven, werd geroofd. Maar het ging de
Noormannen vooral om zilver. Aan dit edelmetaal werden bijzonder
krachten toegeschreven. Deze rooftochten stonden onder leiding van
aanvoerders, die een strakke, militaire discipline voerden. Sommige
invasievloten telden meer dan driehonderd drakars, de kenmerkende
drakenschepen. De namen van deze krijgsheren en ontdekkingsreizigers
vinden we terug in de Vikingsagen; hun opkomst, hun heldendaden, hun
schaamte en hun uiteindelijke ondergang.
Ragnar,
koning van Noorwegen in de 9e eeuw en aanvoerder van een grote vloot,
treedt in het huwelijk. Zijn vrouw vraagt hem om drie dagen kuis te
zijn. In een droom was haar onthuld, dat door geslachtsverkeer direct
na de huwelijksvoltrekking, er een mismaakt kind zal worden geboren.
Ragnar kan zich echter niet beheersen. Negen maanden later wordt Ivar
geboren, die de bijnaam “de Beenloze” zal krijgen. Documenten uit
de 12e eeuw vermelden, dat Ivar, de meest bloeddorstige krijger was,
waarmee de Engelsen te maken kregen. Ook wordt de sluwheid van deze
plunderaar genoemd. Omdat hij zonder benen geboren zou zijn, werd hij
op een schild het slagveld opgedragen om zijn mannen aan te voeren.
Ragnar wordt tijdens een expeditie in Noord-Engeland gevangen genomen
en levend in een slangenkuil geworpen. Ivar is nu koning (865 –
879) en hij kalmeert zijn broers, die onmiddellijk wraak willen
nemen. Ivar wacht echter een aantal jaren om vervolgens toe te slaan.
Hij verslaat de vorst van North-Cumbria en neemt deze gevangen. Deze
lokale koning had zijn vader Ragnar ter dood gebracht en wordt op
gruwelijke wijze gemarteld en terecht gesteld. Ivar heeft zijn vader
gewroken. De legers van Ivar de Beenloze onderwerpen het ene Engelse
koninkrijk na het andere en een bezetting van Brittanniƫ door de
Vikingen lijkt niet meer te stuiten.
Maar
is het mogelijk, dat een gehandicapte de troepen aanvoerde. Onze
kennis van de gebruiken van de Noordelijke stammen is redelijk groot
en het is bekend, dat gehandicapte kinderen werden uitgestoten. Ook
in de praktijk van het oorlogvoerend, zou Ivar ernstig zijn beperkt.
Waarschijnlijk heeft zijn “veldnaam” een andere achtergrond.
Slangen worden beschouwd als gevaarlijk, geduldig en sluw. Ze bewegen
zich snel en soepel, zonder over benen te beschikken. Ook zijn vader
doodde volgens de legenden een grote slang en werd door slangen
gedood. Ivar's broer Sigurd had als strijdnaam “Slangenoog”. Dit
past precies in de lange rij slagveldnamen, die de Noorse aanvoerders
droegen. Andere aanvoerders werden aangeduid met namen als “de
Gruwelijke” en “de Schedelsplijter.” Ivar “de Beenloze”
belandde uiteindelijk in Ierland, stichtte er Dublin, waar hij in
alle rust in bed overleed.
Atilla
was de leider van de Hunnen. Een volk, dat in de 4e eeuw vanuit het
Oosten op kwam zetten en hun tentenkamp in Hongarije opsloeg. Van
daaruit werden rooftochten gehouden. Eerst in Noord-Europa en
Frankrijk, later ook in het Romeinse Rijk. Regelmatig moesten de
Romeinse keizers en de Paus Atilla met enorme hoeveelheden goud en
zilver afkopen.
Toen
Atilla in de armen van zijn laatste vrouw overleed, bleek het
probleem van de Hunnen snel opgelost. Het onoverwinnelijke leger van
de Hunnen, bestond in werkelijkheid Germaanse roversbenden,
huursoldaten en onterfde Noord-Europese prinsen. De Hunnen vormden
geen etnisch groep, toen in hun behoefte aan goud en zilver niet meer
werd voldaan, viel zijn leger snel uiteen.
De
Noorse aanvoerder ronselden hun bemanningen in de nederzettingen
langs de Noordzee. Daar zullen allicht ook Friese dorpen bij zijn
geweest. De Friezen stonden bekend om hun vechtlust. Julius Caesar
had grote bewondering voor hun vechtlust en lijfde ze liever in. Zij
sneuvelden soms ver van huis, zo bewijzen grafstenen in Engeland. Ook
onder de Friezen was het leven hard en de behoefte aan snelle buit
groot. De nederzettingen op de waarden en terpen zullen snel
overbevolkt zijn geraakt. De Noormannen en de Friezen gebruikten
dezelfde techniek om de typische drakenschepen te bouwen. De
Noormannen kenden vele koningen, die feitelijk hereboer waren en in
plaats van onderling strijd te leveren, rooftochten organiseerden.
Dit gold ook voor de Frieslanden. De Noormannen tenslotte waren dol
op zilver. Dat zijn de Friezen ook, gezien de rijke tradities op dit
gebied.
Samenvattend
kan men stellen, dat onder de Vikingen zich ook Friezen bevonden.
Maar
misschien gaat de band nog veel verder.
De
laatste Viking-warlord heette Harald en hij werd in 1066 bij York
vernietigend verslagen. Het Engelse leger haastte zich vervolgens
naar het Zuiden om bij Hastings, op hun beurt, door Willem de
Veroveraar te worden verslagen.
De
dreiging van de Vikingen is echter verdwenen. Net als de Hunnen
verdwijnen ze in de geschiedenis. Maar waar zijn ze gebleven.
Misschien dat de naam Harlingen ons verder helpt. De betekenis
hiervan luid: Harald Linggi, wat zoveel betekent als: toebehorend aan
Harald. Is Harald (of zijn nazaten) hier neergestreken. Het zou de
groei van Harlingen in de 11e eeuw kunnen verklaren. In die periode
stond de handel centraal. Waar voerde men handel mee? Met
Denemarken, Noorwegen, Zweden en de Baltische gebieden. In 1234
krijgt Harlingen stadsrechten. Dit recht gaf de importantie en de
economische bedrijvigheid van Harlingen. Opmerkelijk dat de groei en
economische kracht mede tot stand kwam door voormalige zeeschuimers
en plunderaars als Harald.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten