DE
KERMIS VAN HARLINGEN IN DE 19E EEUW
De
belangrijkste festiviteit in een regio of stad. Vaak gekoppeld aan
markten, maar toen de behoefte aan afleiding en vermaak toenam en de
mensen rijker werden, werden ze zelfstandig georganiseerd. In
Harlingen koos de magistratuur, die tegen deze bron van
losbandigheid, maar ook onrust en geweld, voor de eerste 5 dagen van
juni. Het zou dan vaker regenen. In werkelijk was de reden
economisch. Eind mei werd er kermisgeld (vakantiegeld) uitgekeerd. En
zelfs de armste bevolkingsgroepen beschikten over geld. Het was een
confrontatie van een exotische en magische wereld met de besloten
vestingstad.
Exotische
dieren, Moorse krijgers, donkerharige waarzegsters en berendompteurs
van de Balkan deden Harlingen aan. Boeren uit de omgeving, de dorpen
en zelfs inwoners van Franeker en Bolsward werden erdoor
aangetrokken.
Behalve
de kermisattracties werden er gehouden, die door de kroegen en
herbergen werden georganiseerd: paardenraces, later zelfs tussen
paard en fiets (begin 20e eeuw en naar verluid gewonnen door de
fietser), loterijen, kegelen en klootschieten. Daarbij vloeide de
jenever rijkelijk. Met een oppervlakte van 3 km2 en rond de 8000
inwoners, had Harlingen maar liefst 70 tappunten, waar drank werd
geschonken. Vooral jenever. Enkele Harlinger ondernemers werden er
schatrijk door.
Dit
overmatige drankgebruik mondden vaak uit in gruwelijke “spellen”.
Palingtrekken: een levende paling werd boven een vaart gehangen,
waarna vaargasten ze probeerden los te trekken. De winnaar had een
gratis maal. In Amsterdam leidde palingtrekken tot een volksoproer.
Favoriet was ook het geblinddoekt kapot slaan van aardewerk. Men deed
aan katknuppelen, door een kat in een ton te doen en het met stokken
kapot te gooien, maar bond ook de kat letterlijk de bel aan. Met een
bel aan de staart werd het dier door de wijk gejaagd.
Maar
hoogtepunt van vermaak was het rotjesbrand. Levende ratten werden
omwikkeld met brandbaar materiaal en gedrenkt in olie. In brand
gestoken joeg men de wanhopige dieren door de stegen.
Aan
deze gruwelijke bezigheid hebben wij het woord “rotje” te danken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten