.

vrijdag 9 september 2016


IN SEARCH OF THE LOST TEMPLE TREASURE

de Dom van Almenum



Aanwezigheid van de Tempel ridders in Harlingen is in de archieven niet terug te vinden. Wel kent de stad een Vrijmetselaars-loge. De Vrijmetselarij zou de tradities van de Tempelridders, tot in het hier en nu, hebben behouden.

Goed, even terug, in 1307 wordt de Tempelieren Orde opgerold. Overlevende ridders zullen als huursoldaten aan de slag zijn gegaan, zoals in Zwitserland, Schotland, de enige zege ooit op de Engelsen. En zelfs in Polen en Lithouwen. Gods wraak ontlaadde zich over de heidenen.

De Tempelieren werden gewaarschuwd en slaagden erin deze Parijs uit te smokkelen. In La Rochelle lagen 17 of 18 Tempelieren-schepen klaar. De schat werd overgeladen en de schepen verdwenen in de nacht.

Direct na het verdwijnen, begonnen de speculaties. Was er wel sprake van een schat? Zo ja, waar en hoe is de kolossale rijkdom verborgen? Geheimhouding hiervan, was essentieel



Jacques de Molay, de laatste “grandmaster”, die op de brandstapel terecht kwam, was lang bezig geweest met de plannen en vooral het zoeken naar Tempelieren-vrijstaat, waar hun taal niet werd verstaan, achteraf gelegen, grote mate van plaatselijke vrijheid. Geen koning, keizer of paus, die hen op de vingers kon kijken en de economische groei in de weg stonden. De Orde zou in zo'n regio genoeg tijd om zich economisch te grondvesten en onzichtbaar te worden.

Bij bovengenoemde afwegingen kom je gemakkelijk in Schotland terecht. Rosslyn-chapel verwijst naar “Templar”-roots.

Ik wil een tweede Noord-Europese mogelijk te noemen, die m.i. ook op de lijst van Jacques de Molay stond, namelijk de Frieslanden en dan wel speciaal Almenum, dat nu geheel in de stad Harlingen ligt. Opnieuw de overwegingen van de Grootmeester zijn op Friesland van toepassing. De periode tot 1450 worden wel de jaren van “Friese Vrijheid” genoemd. De Duitse Keizer, de Spaanse koningen en de Hollandse graven, konden hier geen macht uitoefenen (belasting). Overland was Noord-Nederland amper te bereiken.

Maar de Middeleeuwen kende ook, behalve met symbolen communicatie met behulp vankleuren. Op schilden en kledij stonden kleuren en symbolen. Deze identificeerden de ridder in de strijd, maar ook tijdens parades en toernooien. Vlaggen en vaandels werden op feest- en gloriedagen rondgedragen en wapperden in de straten. Vlaggen werden ook gebruikt op het slagveld en in de scheepvaart. De rol van vaandeldrager in vredestijd was misschien begerenswaardig, in oorlogstijd levensgevaarlijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten