IN
SEARCH OF THE LOST TEMPLE TREASURE
de
Dom van Almenum
Aanwezigheid
van de Tempel ridders in Harlingen is in de archieven niet terug te
vinden. Wel kent de stad een Vrijmetselaars-loge. De Vrijmetselarij
zou de tradities van de Tempelridders, tot in het hier en nu, hebben
behouden.
Goed,
even terug, in 1307 wordt de Tempelieren Orde opgerold. Overlevende
ridders zullen als huursoldaten aan de slag zijn gegaan, zoals in
Zwitserland, Schotland, de enige zege ooit op de Engelsen. En zelfs
in Polen en Lithouwen. Gods wraak ontlaadde zich over de heidenen.
De
Tempelieren werden gewaarschuwd en slaagden erin deze Parijs uit te
smokkelen. In La Rochelle lagen 17 of 18 Tempelieren-schepen klaar.
De schat werd overgeladen en de schepen verdwenen in de nacht.
Direct
na het verdwijnen, begonnen de speculaties. Was er wel sprake van een
schat? Zo ja, waar en hoe is de kolossale rijkdom verborgen?
Geheimhouding hiervan, was essentieel
Jacques
de Molay, de laatste “grandmaster”, die op de brandstapel terecht
kwam, was lang bezig geweest met de plannen en vooral het zoeken naar
Tempelieren-vrijstaat, waar hun taal niet werd verstaan, achteraf
gelegen, grote mate van plaatselijke vrijheid. Geen koning, keizer of
paus, die hen op de vingers kon kijken en de economische groei in de
weg stonden. De Orde zou in zo'n regio genoeg tijd om zich economisch
te grondvesten en onzichtbaar te worden.
Bij
bovengenoemde afwegingen kom je gemakkelijk in Schotland terecht.
Rosslyn-chapel verwijst naar “Templar”-roots.
Ik
wil een tweede Noord-Europese mogelijk te noemen, die m.i. ook op de
lijst van Jacques de Molay stond, namelijk de Frieslanden en dan wel
speciaal Almenum, dat nu geheel in de stad Harlingen ligt. Opnieuw de
overwegingen van de Grootmeester zijn op Friesland van toepassing. De
periode tot 1450 worden wel de jaren van “Friese Vrijheid”
genoemd. De Duitse Keizer, de Spaanse koningen en de Hollandse
graven, konden hier geen macht uitoefenen (belasting). Overland was
Noord-Nederland amper te bereiken.
Maar
de Middeleeuwen kende ook, behalve met symbolen communicatie met
behulp vankleuren. Op schilden en kledij stonden kleuren en symbolen.
Deze identificeerden de ridder in de strijd, maar ook tijdens parades
en toernooien. Vlaggen en vaandels werden op feest- en gloriedagen
rondgedragen en wapperden in de straten. Vlaggen werden ook gebruikt
op het slagveld en in de scheepvaart. De rol van vaandeldrager in
vredestijd was misschien begerenswaardig, in oorlogstijd
levensgevaarlijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten