.

zondag 1 juli 2018




HET GETAL: HOOFDSTUK 7



Hij moest iets doen en wel onmiddellijk. Het gepeupel zou zich niet af laten schrikken door een deur. Waarschijnlijk waren ze al op zoek naar brandbaar materiaal en dan was het een kwestie van tijd, voordat de eiken deur zou bezwijken.

De Romeinse soldaat lag hijgend op de grond. Hij bloedde uit diverse wonden en zijn kleding was ermee besmeurd.

Kleed je uit.”, siste hij de ontredderde soldaat toe, “Kleed je uit.” Hij begon aan zijn tuniek te sjorren. De soldaat, amper volwassen, was teveel van zijn stuk gebracht om te weigeren. “Sneller, sneller.”, riep hij, terwijl hij de kledingstukken, sandalen en de resten van de wapenrusting verzamelde. Als laatste greep hij de riem, waaraan een leren buidel bungelde.

Uiteindelijk droeg de gewonde soldaat slechts een lendendoek. Nu pas zag hij de wonden en blauwe plekken, waarmee de Romein bedekt was. “Sluit de deur achter me.” Zijn Latijn stond strak van een onbekende autoriteit, die in hem opwelde.

Hij greep zijn wollen mantel en sloeg, die om zich heen. De spullen van de vluchteling, kon hij eronder verbergen. Daarna pakte hij de staf. Deze staf stond bij de deuropening en werd gebruik om honden en bedelaars te verjagen, die te opdringerig werden. De staf was tevens een geducht wapen. In de afgelopen jaren had hij er honderden uren mee geoefend. Omdat wapenbezit verboden was en men een staf aan niemand kon verbieden, was het, in handen van een geoefende, een dodelijk wapen. Hij voelde de kracht van deze oeroude stad binnendringen. Toen haalde hij diep adem. Keek nog een keer naar de soldaat, die knikte, dat hij de opdracht begrepen had en schoof de balken weg. Nog even ontspande hij en haalde diep adem, toen opende hij de deur en stapte naar buiten.

Hij wist, dat hij in het nadeel zou zijn. Zijn ogen waren nog niet aan de duisternis gewend, maar tegelijkertijd zou hij een imposante verschijning lijken; met zijn lengte, lange mantel en staf.

Hij kreeg gelijk. Een tiental mannen schrok achteruit, maar toen ze zagen, dat hij alleen was, begonnen ze langzaam op te dringen. Twee van hen droegen geïmproviseerde toortsen, die de steeg verlichtten. “We eisen de Romein op.”, brulde een van de mannen, die blijkbaar de aanvoerder was. “Dood aan de bezetters.” Zijn medestanders joelden instemmend.

De Romein is dood.”, zei hij met luide stem en deed een stap naar voren. “De Romein is binnen gestorven.” Gebruik makend van stilte, die viel, deed hij nog een stap in de richting van de aanvoerder en smeet hem de kleren van de soldaat voor de voeten. De mannen sprongen achteruit en keken angstvallig naar hun aanvoerder. Toch zag hij hoe hebzucht in hun ogen verscheen. Dit waren opmerkelijke trofeeën. “Dat was zijn bezit en dit was zijn buit.” Hij smeet de leren buidel voor de voeten van de leider. De buidel brak open en koperen en zilveren munten rolden over de grond. Dit werd zelfs de aanvoerder teveel en hij viel op zijn knieën en probeerde de munten bij elkaar te vegen. Dit was het signaal voor de andere leden van de bende om zich op de kleren en uitrusting van de soldaat te storten of te zoeken naar munten, die in het duister waren weggerold.

Hij bekeek dit tafereel van platte hebzucht met minachting. Hier was het de opstandelingen meestal te doen: de buit die het slachtoffer opleverde. Al snel ontstonden er ruzies over de verdeling van de munten en de tuniek van de soldaat werd aan flarden gescheurd.

Hij ging vlak voor de leider staan, die nog steeds op de grond naar muntstukken zocht en porde hem met de staf. Voordat deze kon protesteren, zei hij. “Neem je mannen mee naar een geschiktere plek. Wij hebben een dode te begraven.”

Het maakte indruk, want zonder tegen te sputteren verdwenen de mannen ruziënd in de richting van de hoofdstraat. De rust in de steeg was weergekeerd.

Maar zijn rust was verdwenen. De opgehoopte spanning kwam tot ontlading en hij moest zich even tegen de lemen muur staande houden.

Ik hoop, dat ik goed heb gehandeld.” en hij klopte op de de poort. Deze zwaaide zonder moeite open. Eerst sloot hij de deur zorgvuldig af en schoof de balken ervoor. Toen draaide hij zich om. De Romeinse soldaat was verdwenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten