STREED
KONING ARTHUR TEGEN DE FRIEZEN?
De
geschiedenis van de 7 Frieslanden
Tijdens
de bezetting van Noord-West Europa door de Romeinse legioenen, kwamen
de keizers in aanraking met een aantal volkeren, die dit vruchtbare
gebied, soms al duizenden jaren bewoonden. Op de Britse eilanden
leverden zij strijd met de Britten (Kelten) en op het vaste land met
de Belgae en de Friezen.
Het
leefgebied van deze laatste stam strekte zich uit van België, de
Zeeuwse eilanden, Holland, West-Friesland, Oostergo en Westergo, tot
vlak bij de Deense grens. Soms was de bewoning dun, maar in aantal
gevallen ontstonden er economische knooppunten, zoals rond Dorestad
(vlak bij Wijk-bij-Duurstede = Dorestad).
Julius
Caesar versloeg de Galliërs en zijn opvolgers bezetten Brittannië.
Keizer Hadrianus bouwt een muur van zee tot zee om de Schotse stammen
buiten te houden.
In
Nederland begint de Romeinse muur bij Voorburg, als onderdeel van een
Romeinse verdedigingslinie, die de Rijn volgde tot aan Zwitserland,
en loopt vervolgens van de kust naar Utrecht en het rivierengebied.
Het
Friese koninkrijk wordt zodoende door midden geknipt. De Romeinen
hielden de Friezen te vriend. Er waren veel handelscontacten en een
groot aantal Friezen verhuurden zich aan de Romeinen en werden
gevreesd om hun strijdbaarheid en kracht. In Engeland zijn grafstenen
van Friezen gevonden, die gesneuveld waren in hun dienst aan de
keizer en de Byzantijnse keizers hadden graag Friezen in hun
lijfwacht en paleisgarde.
Als
het Romeinse keizerrijk zich opsplitst, is het lot van het
West-Europese deel van het Romeinse Rijk bezegeld en de honderden
jaren van stabiliteit komen ten einde. Het ontstane machtsvacuüm
wordt in het Noorden ingevuld door de invallen van de Angelen en de
Saksers, stammen uit Noord-Duitsland, en buren van de Friezen. Maar
ook (Noordelijke) Friezen namen deel aan de invasie. Zij waren echter
niet zozeer uit op vestiging, maar op het drijven van handel. Omvang
van de Friezen is moeilijk te schatten, maar de bevolking van de
Noordelijke Frieslanden daalde sterk en bezat uiteindelijk te weinig
macht (soldaten en ruiterij) om de Franken en de Noormannen te
weerstaan.
In
het Engeland, zonder Romeins gezag, riepen talrijke Engelse (Britse,
Keltisch) vorsten de steun in van Saksers en Angelsaksische leiders.
Tegen betaling garandeerden de Germaanse stammen veiligheid en strijd
tegen andere koningen en andere rivalen.
Al
snel veranderden de huursoldaten van strategie en bevochten zij hun
werkgevers, met de bedoeling om hen te verdrijven. Daarin hadden zij
succes. De Britten werden teruggedrongen tot in Cornwall, Wales en
Schotland. Het grootste gedeelte van Engeland (Angelenland) kwam in
handen van de succesvolle Angelen en Saksers en hun tribale leiders.
Vergeten wordt vaak dat veel Friezen deelnamen aan de rooftochten in
Albion. Daar mee in de voetstappen tredend van de Friese
vechtersbazen, waarvoor zelfs de Romeinen beducht waren. De Friezen
werkten samen met de Germaanse stammen, maar hun belangrijkste doel
was handeldrijven, ook al zal het dan met de zegevierde Saksers zijn
geweest. In 1066 wordt de hegemonie van de Angelen, Saksers en
Friezen bij Hastings door Willem de Veroveraar verbroken. Veel
Friezen zullen teruggekeerd zijn naar de Friese Zeelanden en een
“boost” hebben gegeven aan de economische groei en
handelsexpansie van o.m. Westergo en de groeikern Harlingen. Een
grote groep, genoemd worden 160 schepen, vertrokken naar het zuiden
en verhuurden zich aan de keizer van Byzantium. Er heeft zeer zeker
Fries geklonken in de stegen van Constantinopel.
Deze
strategie wordt door lokale vorsten ook t.a.v. de Vikingen toegepast.
In een aantal gevallen, bleven ze “hangen” en namen de macht over
(Dublin, Normandië, het eiland Wieringen en de stad Harlingen).
De
Britten in Albion lieten zich niet zomaar verdrijven en in de 5e eeuw
stond er een belangrijk veldheer op; Koning Arthur, die werd gesteund
door een 12-tal ridders en hof hield in Camelot.
Koning
Arthur heeft 12 veldslagen geleverd met de invasie-legers komende van
het Europese vasteland. De laatste werd zelfs in Noord-Frankrijk
uitgevochten. Arthur raakt in deze laatste strijd levensgevaarlijk
gewond en wordt door een sloep naar Avalon gebracht. Een reis, die 9
dagen duurt. De boot wordt geroeid door 9 donkergeklede vrouwen. De
sloep verdwijnt licht en geruisloos in de duisternis.
Waar
lag Avalon?
Glastonbury
in Engeland beweert dat Avalon binnen hun stadsgrenzen te vinden is.
Ooit zou hier het graf zijn gevonden met het opschrift “Here lyeth
Arthur, King of the Britons”. Historisch bewijs van deze vondst is
er niet.
Een
gewaagdere theorie stelt dat Avalon, niet in Engeland maar in de
Frieslanden lag en wel “onder de rook van Harlingen”.
Met
een juiste wind en kalme omstandigheden zou Almenum kunnen zijn
bereikt en de naam betekent waarschijnlijk “begroeide hoogte”, de
berg die nu wordt gekroond door “de Grote Kerk” en waarvan in het
verleden de woudreuzen werden vereerd.. Het functioneerde toen al
lange tijd als religieus centrum en deze heilige wouden en locaties
waren in de Friese natuurreligie (polytheïstisch animisme) ook
bekend om hun genezers en barden. Almenum lag ook op een oude
pelgrimsroute, die later het “Jakobspad” werd genoemd.
Niemand
weet zeker waar Avalon ligt en waar koning Arthur zijn laatste
levensdagen heeft doorgebracht en waar hij is begraven. Arthur en
zijn ridders hebben in een dozijn veldslagen zeker tegen de Friezen
gestreden, in hun alliantie net de Angelen en de Saksers en moesten
zich uiteindelijk gewonnen geven. De Britse Kelten trokken zich terug
in Cornwall, Wales, Schotland en zelfs Ierland. Uiteindelijk keren ze
als missionarissen terug en veroveren West-Europa in de naam van
Jezus Christus. Almenum, met een in 777 gebouwde St. Michaelskerk als
pronkstuk. De koorkerk werd gebouwd met het hout van de op last van
Karel de Grote omgehakte heilige bomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten