KRAAIENDANS
BOVEN EEN DODENAKKER
Zaterdag
avond, de zon is al een tijd verdwenen. De nacht kruipt dichterbij.
Honderden kraaien cirkelen in dansende lijnen. Zoals spreeuwen dat
kunnen en ooit en lang geleden, de trekduif.
Ze
schateren en schetteren, als ze, alleen, getweeën of in kleine
groepen, zich stortten op de bomen van de Algemene Begraafplaats om
daar een plaats voor de nacht te vinden. De boomtakken puilen uit als
de laatsten arriveren. Plotseling is het doodstil, geen vogel meer te
horen.
Het
is een grote kolonie kauwen, die overdag de landerijen afstruint en
zich hier verzamelen, zeker wel duizend in getal, en de bomen als
“roest” (in dit geval tijdelijke slaapplaats) gebruiken.
Nestelende kraaien (roeken) vinden we in de voormalige Engelse tuin.
Waarom
verzamelen zich hier?
Omdat
op de Algemene Plaats een groot aantal oude en dus hoge bomen staan.
Voorwaarde voor een kolonie of roest, zijn groepen grote, oude bomen.
Die zijn in dit gedeelte van Friesland bijna niet meer te vinden en
zelfs het voortbestaan van de kerkhof-bomen, het Harmenszpark en de
Roodbaert-tuin is niet gegarandeerd. Ook weersextremen kosten bomen.
Vandaar de (schijnbaar) hoge kraaienpopulatie, het kappen van oude
bomen dwingt ze tot concentratie en een nomadisch bestaan. Regelmatig
worden er grote bomen gekapt, omdat er roofvogels zijn gespot. Ook
voor hen geen ongestoorde nestelplaatsen.
Grote
concentraties kraaien zijn een indicatie van de “kwaliteit” van
de natuur. Ze zijn als gieren, die legers volgden op weg naar het
slagveld. Kraaien en andere afvaleters profiteren van verwaarlozing
van het land door de megastallen. Wanorde, zoals het wegwerpen van
voedsel, geeft ze de wind in de rug. Vogels, die hogere eisen stellen
aan hun voeding, verkommeren of vertrekken.
Kraaien
zijn dan ook een symbool van verschraling en monotonie.
Grote
groepen, rondtrekkende kraaien, zijn een weerspiegeling van de
wereld, die we worden geacht te onderhouden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten