AMBULANT, een
toekomstvisie
Het was zijn
gebruikelijke gang. Twee maal per week diende hij zich in de
Stadskliniek te melden. Zijn bloed werd er geprikt en eventueel
lichamelijk onderzoek gedaan. Ook kreeg hij dan de pillen voor de
komende dagen uitgereikt. Dat was al een oude maatregel. Om zijn
vrijwilligerswerk te kunnen behouden, moest hij medicijnen gebruiken.
In vorige eeuw was er een ware suïcide-hype losgebroken toen de
kennis van pilgebruik via Internet beschikbaar kwam en duidelijk werd
dat met slechts weinig officiële pillen, ontzettend veel ellende kon
worden aangericht. Daardoor werden er slechts zeer beperkte
hoeveelheid pillen verstrekt. Enkele kennissen moesten zelfs
dagelijks verschijnen.
Doordat
tevens de verslaafdenzorg en daklozenopvang zich in de nabijheid
gevestigd hadden, werd de buurt door menig wandelaar doorkruist.
De groepen
ontmoetten elkaar in het Inloopcentrum "De Steen", een
gebouw dat met een grote ketting vastgeklonken was. "Anders
wordt die ook gestolen", was een cynisch grapje dat in de
wandelgangen de ronde deed. Goederen, wapens of drugs moesten bij de
ingang worden afgegeven. De elektronische verklikkers waren al
regelmatig gemold zodat het management het nu hield bij regelmatige
politie-invallen. Bijna iedereen was nu in het bezit van een
socio-creditcard, zodat de consumpties elektronisch konden worden
afgerekend. Het aanbod werd gekenmerkt door sober en gezond; zelfs
het alcoholvrije bier was gesneuveld.
De
Catharijnesingel werd sinds twee jaar nog slechts bereden door taxi's
en electrobussen. Mistroostig nam hij de betonmanie van de vorig
eeuw waar en via een uitermate lelijke brug, gelukkig nu overgroeid
met klimop, betrad hij het keurig onderhouden park, waar
Wilderswerkers, middels privaat gefinancierde onderhoudsbanen , de
paden en gazonnen onderhielden. Regelmatig een oude bekende groetend,
maakte hij een kort ommetje naar de Poort, met zijn nu weer aanwezige
Middeleeuwse bebouwing en fietstaxi-standplaats.
Het
erbarmelijke tekort aan voorzieningen, ontmoetingsplaatsen en werk
had hen in dit gedeelte van de oude stad bij elkaar gedreven. De
sociale ellende hoopte zich op en kon slechts door streng
politie-optreden en twijfelachtige jurisprudentie enigszins in de
hand worden gehouden. Het naast elkaar plaatsen van psychiatrische en
hulpverleningsvoorzieningen bleek niet zo'n gelukkige te zijn. Nog
steeds durfde de samenleving niet in te zien hoe ziek ze was,
ofschoon iedereen met de groeiende verpaupering, criminaliteit en
agressiviteit geconfronteerd werd.
Het was het
name het gebied rond de Kop van de Oude Gracht dat het loodje dreigde
te leggen. De middenstand kon nog amper het hoofd boven water houden.
Een unieke winkelstraat dreigde te verdwijnen.
Geschiedschrijvers
zullen het nog moeilijk hebben om deze periode te beschrijven. De
economische en milieucrisis; de burgeroorlogen en het geweld; de
volksverdrijvingen en religieuze twisten maakten duidelijk dat er
niet alleen sprake was van een maatschappelijke crisis, maar dat de
mens zelf in crisis was. Het had zich een wereld geschapen die niets
menselijks meer had.
Hij versnelde
zijn pas om de toeristische paardentram te ontwijken die langzaam
richting de Dom sukkelde, volgepakt met uniform geklede Japanners met
camera's en andere apparatuur, een fietskoerier scheurde voorbij. Ze
hadden de plaats ingenomen van bezorgdiensten nu benzine onbetaalbaar
was geworden voor de gemiddelde Nederlander.
De
economische crisis had de kloof tussen arm en rijk vergroot en ook in
Nederland duidelijk gemaakt. Deze tweespalt kwam naar voren in de
combinatie van luxe winkelss en tweedehands-rommelzaken en vooral het
grote aantal cafés. 's Nachts boden de plantsoenen, kerken en musea
talrijke slaapplekken aan de talloze daklozen en illegalen, die
Utrecht rijk was. Gelukkig was nu het al lang leegstaande gebouw van
Expert gekraakt door een aantal idealisten, die er een 24-uursopvang
van wilden maken.
Op dit moment
was er sprake van een status-quo en het pand, met wapperende vlaggen
getooid, werd schijnbaar onopvallend door de politie geobserveerd. De
kraak was het gesprek in het Inloopcentrum geweest en had de anders
gescheiden groepen tijdelijk verbroederd.
De ingang
naderend zag hij het bord staan. Alleen de woorden "Excuses voor
het ongemak" waren nog te lezen; de rest van het bord was met
klimop overwoekerd. In het voorportaal trok hij een nummertje. Je
moest daarna wachten tot het nummer oplichtte, waarna je de gekleurde
pijlen moest volgen. Er waren zo'n zestal routes. Prive-verzekerden
werden door een hostess begeleid.
Doordat het
aantal opgenomen patiënten was teruggebracht, konden de vrijgekomen
ruimten voor ambulante behandeling en privéklinieken worden
gebruikt.
Het
ziekenhuis was ingericht in sectoren al naar diagnose. Zo werden de
afdelingen ook genoemd, naar de betreffende hoofdstukken in DSM-V.
Nog steeds
was tijd iets waar je als patiënt ruimschoots over beschikte en het
ziekenhuis niet. Dit leidde nog steeds tot lange wachttijden zeker
als het computersysteem weer eens plat was gegaan door een virus of
systeemfout. Het was met name ergerlijk omdat afspraken standaard op
je vrije dag werden gepland, voor de overige vier dagen was je
verplicht om een dagbesteding vinden. Lukte dat niet of wilde je
dat niet dan werd je doodleuk van verdere begeleiding uitgesloten.
Aan de gracht
was sinds enige tijd een particulier bureau voor case-management
gevestigd, dat je daarbij, tegen betaling, kon helpen. Je
persoonsgebonden budget liet dat in veel gevallen niet toe.
Toen z'n
nummer opflitste bleek dat hij niet de blauwe maar de gele route
moest volgen. Dat betekende een IC, een intensieve controle. Daar
ging zijn dag!"